Datacenters bouwen in tv-torens op 110 meter hoog

De Makers van Morgen/Mission Impossible/Datacenters bouwen in tv-torens op 110 meter hoog

In smalle hoge torens datacentra installeren, op hoogtes tot 110 meter, via hooguit een personenliftje? Dat klinkt als een ‘mission impossible’. Marco van der Velde van technisch dienstverlener Leertouwer ging die uitdaging graag aan.

Enorme zendtorens – we kunnen als samenleving niet zonder! Zo kennen we de 24 historische telecom- & datatorens verspreid over Nederland. Iconische masten van tientallen meters hoog, sommige zelfs meer dan honderd meter. Gebouwd vanaf de jaren zestig als zendmasten voor televisie- en radiosignaal (en later ook GSM) dienen die tegenwoordig ook steeds vaker als compacte datacenters.

Cleane datazaal

Het ombouwen gebeurt in opdracht van eigenaar Cellnex door systeemintegrator Leertouwer. Dat stript en renoveert de leegstaande verdiepingen en maakt er moderne datacenters van, die Cellnex exploiteert. Marco van der Velde is namens Leertouwer projectleider van deze verbouwingen. Hij weet wat erbij komt kijken: “De verdieping wordt eerst volledig gestript. Een stukadoor maakt de wanden glad en alles wordt wit gespoten – een datazaal moet clean zijn immers. Eventuele ramen en kieren dichten Van der Velde en zijn collega’s zorgvuldig af met houten platen. “Anders heb je binnen de kortste keren vliegen en muggen in je computers zitten – dat wil je niet!”

Hart van de toren

De logistiek is de grootste uitdaging. Alle materialen moeten naar boven gebracht via een klein personenliftje. Geen eenvoudige klus als je bedenkt dat een datacentervloer bestaat uit systeemvloeren, zware elektra aansluitingen, serverkasten, verlichting, noodstroomvoorzieningen, koeling, airco’s en nog veel meer. Van der Velde: “Zo’n liftje is tachtig centimeter breed en 1,50 meter diep. Er kunnen net drie volwassen mannen in, en hij kan maximaal 600 kg dragen. Dat liftje is het hart van de toren. Alles wat te lang of te breed is, kunnen we niet gebruiken. Daar moet je alles op aanpassen en tegelijkertijd de hoogste kwaliteit houden”

Dat is exact wat ze bij Leertouwer doen. Alleen demontabele airco’s, die in delen naar boven kunnen, komen in aanmerking voor dit project. Hetzelfde geldt voor demontabele elektrische verdeelkasten. Vloerplaten van twintig kilo per stuk worden per duizend kilo op grote pallets aangeleverd. Om die de lift in en uit te kunnen rijden, sleep Leertouwer zelfs een reguliere pompwagen in tweeën zodat die de lift in en uit kon rijden om de tegels naar boven te kunnen brengen.

Gestripte patchkasten

Ook de patchkasten voor de computerapparatuur passen niet standaard in de lift. “Daarom strippen we die; dan zijn ze tilbaar”, verklaart Van der Velde. “Vervolgens kantelen we zo’n kast de lift in, terwijl er in de lift één man staat die hem diagonaal naar binnen tilt.” Lachend: “Boven moet er dan wel iemand klaarstaan die helpt om de kast uit de lift te tillen, anders zit je gevangen.” Ook dikke datakabels van zo’n 10 kilo per meter gaan in speciale versmalde haspels de toren in, via een elektrische hijsinstallatie met een extra beveiligd remsysteem.

Dichte cubes; vloer van koelroosters

Elke computervloer bestaat uit een metalen frame van vijftig centimeter hoog met daarop gladde en goed reinigbare vloertegels. “Om de computerkasten heen – meestal opgesteld in twee rijen van acht – bouwen we een zogeheten cube met een dichte achterwand en een schuifdeur aan de voorkant. Ook het plafond gaat dicht met glazen platen. De twee rijen kasten staan tegenover elkaar met een meter tussenruimte. De tegels die daar tussen liggen, zijn geperforeerd. De koude lucht onder de vloer wordt door die gaatjes de cube in geperst; aan de achterkant stroomt de opgewarmde koellucht weg. Luchtcirculatie houdt de apparatuur koel.”

Zeebenen op 110 meter hoogte

De koelsystemen monteert Leertouwer op de buitenring, hoog in de toren. Van der Velde: “In Markelo moest dat op de vijfentwintigste verdieping. Dan sta je op 110 meter; ongeveer even hoog als de Domtoren! In Tjerkgaast staat de toren aan de rand van de Friese meren. Als je dan aan het eind van de dag beneden komt, heb je het idee dat je de hele dag op een bootje op zee hebt gezeten. Als het hard waait, voel je de toren heen en weer gaan. Daar krijg je zeebenen van.”

De complete inrichting van zo’n datacentervloer duurt ongeveer veertien weken. “Bij het omzetten van cruciale verbindingen werken we ’s nachts omdat er bij stroomuitval of tijdelijk uitschakelen een risico is op een mindere internet verbinding. Vooral dat laatste is levensbehoefte nummer één tegenwoordig. ’s Nachts hebben minder mensen er hinder van.”

Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!