

No shine, no rain: in Leiden kun je sinds een tijdje het hele jaar zwemmen én schaatsen in een energieneutraal pand. Hoe dat kan? Het grote wedstrijdbad krijgt zijn warmte uit restwarmte van de ijsbaan erboven!
In Leiden had het overdekte Vijf Meibad zijn langste tijd gehad. Ook een ander icoon – de 47 jaar oude Ton Menken-schaatshal – bleek hard aan vervanging toe. Twee gloednieuwe sportcomplexen bouwen leek een reële optie. Totdat het gemeentebestuur besloot tot een veel slimmer plan: het schaatsen en zwemmen samenbrengen onder één dak. Ruimte- én energiebesparend.
Maar hoe combineer je een 250 meter lange schaatsbaan, een compleet ijshockeyveld, een flinke krabbelbaan en een overdekt wedstrijdbad in één gebouw? Terwijl je ook plek moet overhouden voor de nodige accommodaties voor schaats- en zwemverenigingen, tribunes én horeca. Het antwoord: stapelen!

Schaatsen op één hoog
Het centrale ijshockeyveld op de begane grond vormt de entree aan de ‘koude kant’ van het complex. Normaal ligt de schaatsbaan daaromheen, maar niet in Leiden. De langebaanschaatsers maken namelijk één verdieping hoger hun rondjes. Vanaf het ovaal, aangebracht als een soort vide, zien de schaatsers het ijshockeyveld liggen.
Volgens een van de bouwers aan het complex – Pieters Bouwtechniek – zorgde die ruimtebesparende oplossing wel voor de nodige hoofdbrekens. “Wat de constructie bijzonder ingewikkeld maakt is dat de 250 meter rondbaan niet in zijn geheel rondom het ijshockeyveld heen kan. Het gevolg is dat een de bochten dwars over een stuk van het entreegebied heengaat. De overspanningen die daarvoor nodig zijn, in combinatie met de belasting én de dakconstructie de erop rust, zorgt ervoor dat je verder moet kijken dan naar traditionele bouwmaterialen”, zegt Thijs van Schenk Brill, directeur bij Pieters.
Slim combineren
Ook over de energie is goed nagedacht bij het combiproject. Het uitgangspunt was dat het hele complex in z’n eigen stroom zou voorzien, zonder CO2-uitstoot. Maar ja, energie- en klimaatneutraliteit is knap lastig, omdat zowel het maken van een ijsvloer als het verwarmen van een binnenzwembad bakken energie kost.
Edwin Roest, coördinator Sport en Duurzaamheid bij de gemeente Leiden: “Met 2.484 zonnepanelen op het dak en warmtepompen kwamen we een heel eind. Maar de crux zit ‘m in de combinatie van de schaatshal en het zwembad. De warmte die vrijkomt bij het maken van het ijs, gebruiken we namelijk om het binnenbad te verwarmen. Met de restwarmte die dan nog over is, kunnen we, indien nodig, zelfs ook het buitenbad nog verwarmen. Al met al zijn we zo vrijwel helemaal energieneutraal en van het gas af.”
Viermaal plus
De energie-uitwisseling tussen het gerenoveerde buitenbad, het binnenbad en de ijshal worden geregeld door één integraal systeem. De techniek, geleverd en geïnstalleerd door de Leidse firma Nijssen, bestaat uit een NH3 en CO2 koude- en warmte-installatie inclusief koude-afgiftesysteem. ’s Zomers verwarmen de warmtepompen van de ijshal het water van het buitenbad en ‘s winters zorgen ze voor koud water geschikt voor een fijne ijslaag. De luchtgekoelde condensor-warmtepompen houden het energieverbruik laag: het sportcomplex heeft energielabel A++++, gelijk aan een energieprestatiecoëfficiënt (EPC) van -0,9.

Perfecte puzzel
Het hypermoderne sportcomplex De Vliet – dat nu een kleine twee jaar draait – blijkt op nog meer vlakken de perfecte puzzel. Het sportcomplex draagt bijvoorbeeld op verschillende manieren aan bij aan biodiversiteit en klimaatadaptatie. Er is een halfverharde bestrating aangebracht die water doorlaat en ruimte biedt voor groen. Via groene dakdelen kan het hemelwater goed weglopen. Ook werden er nieuwe bomen geplant. “Maar we zijn nog niet klaar”, zegt Roest. “We kijken of we nog meer met de restwarmte kunnen doen die we midden in de zomer, als het buitenbad warm genoeg is, niet nodig hebben. Wellicht kan de gemeentewerf die naast het complex wordt gebouwd, daar gebruik van maken. Ook onderzoeken we de mogelijkheid van laadpalen op de parkeerplaats.”
Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!