De-Tonijn-vanaf-de-achterzijde-gezien

Nieuwe klimaatinstallatie voor museum-onderzeeër de Tonijn

Onderzeeboot Hr.Ms. Tonijn is al 25 jaar de blikvanger van het Marinemuseum in Den Helder. Zo’n uniek object vraagt een unieke installatie voor koeling, verwarming en luchtbehandeling. Omdat de bestaande installatie haar technische levenseinde had bereikt, werd Schermer Installatietechniek ingeschakeld voor een nieuwe duurzame oplossing. Die werd gevonden in een nieuwe vierpijps luchtwarmtepomp voor koeling en verwarming, een nieuwe luchtbehandelingskast met warmteterugwinning, een cv-ketel die de ventilatielucht verwarmt en nieuwe regeltechniek.

‘Het verwarmen, koelen en ventileren van de onderzeeboot is niet alleen noodzakelijk voor de bezoekers, het is ook van levensbelang voor het behoud van het erfgoed zelf’, vertelt Martijn Versteeg, senior technisch medewerker van het Rijksvastgoedbedrijf. ‘Iedereen die door de onderzeeër loopt, staat vocht af, daarbij zorgen de temperatuurwisselingen van het staal snel voor condens. En omdat het cultureel erfgoed is, kun je de Tonijn niet isoleren.’

Juri-Water,-projectleider-Schermer-Installatietechniek
Juri Water, projectleider bij Schermer Installatietechniek, tussen de bedden in de Tonijn. Achterin is de voormalige lanceerinstallatie voor de torpedo’s te zien. 

Het voorkomen van condensatie – en daarmee corrosie – is dan ook heel belangrijk voor de Tonijn. En dat geldt niet alleen voor dat deel waar mensen komen, maar ook voor de ruimte tussen de drie cilinders waaruit de onderzeeboot is opgebouwd. De door de Nederlander M.F. Gunning ontwikkelde driecilinderconstructie bestaat uit 3 op elkaar gestapelde pijpen, 2 onder, 1 boven, waarbij de bovenste pijp het enige deel is waar de bemanning komt. De 2 onderste cilinders herbergen de motoren, brandstof en ballasttanks.

Ketelhuis naast de Tonijn

Toen de Tonijn in 1992 ter beschikking werd gesteld aan het Marinemuseum in Den Helder, kreeg de onderzeeboot een opstelling buiten en werd in een gebouw op enkele meters ernaast een stookkamer ingericht. Grote buizen verbinden de installatie met de onderzeeër.

Forse-zwarte-buizen-verbinden-de duikboot-met-het-externe-ketelhuis
Forse zwarte buizen verbinden de Tonijn met het naastgelegen ketelhuis.

In de onderzeeër wordt gebruikgemaakt van de bestaande verwarmings- en ventilatiekanalen, waardoor het uiterlijk intact kon blijven. De externe stookkamer kreeg een cv-installatie met een gasgestookte luchtdroger en een losse koelmachine. Versteeg: ‘Na 25 jaar was de koelmachine defect en moest de luchtdroger worden aangepast om te kunnen communiceren met onze brandmeldcentrale. Dat gaf de doorslag om te kiezen voor een nieuwe, duurzamere installatie.’

Warmte en koude hergebruiken

Juri Water, projectleider bij Schermer Installatietechniek: ‘In overleg met de opdrachtgever kozen we voor een luchtwarmtepomp waarbij we zowel de warmte als de koude kunnen inzetten. Doordat we een vierpijpsysteem gebruiken, beschikken we over volledig gescheiden watercircuits voor koud en warm water. De circuits kunnen gelijktijdig en geheel onafhankelijk van elkaar koud en warm water leveren.’

‘Het systeem kan dus werken als koelmachine, als warmtepomp en als combinatie. De overtollige warmte of koude wordt afgevoerd met een afzuigkap. Doordat dit systeem de warmte die vrijkomt bij het drogen opnieuw gebruikt, verwachten we een daling van het energiegebruik van 20 – 25 %. Een cv-ketel blijft nodig om de ventilatielucht met een hogere temperatuur in te brengen.’

Er-wordt-gesleuteld-aan-de-warmtepomp van de duikboot
Er wordt gesleuteld aan de warmtepomp.

‘De grootste uitdaging was het passend maken van de nieuwe installatie in het bestaande ketelhuis’, vertelt directeur Barend Schermer van Schermer Installatietechniek. ‘Maar dat is gelukt.’

Fotografie: Paolo Bouman. 

Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!