“Netcongestie? We gaan blackouts vermijden met het ‘tandartsenmodel’”

Peter Telgenkamp is één van de mensen in Nederland die eigenhandig helpt om ons landelijke stroomnet overeind te houden. Hij trekt (mede) de kar van de Nationaal Uitvoerings Akkoord (NUA) voor het oplossen van netcongestie. En hij heeft haast: “Als we niets doen, dreigen Afrikaanse taferelen.”

Peter Telgenkamp is voorzitter van de Werkgroep Ondergrondse Infratechniek (OI) van Techniek Nederland en Commercieel Directeur bij Siers Groep. Met zijn kennis en achtergrond van netverzwaring is hij nauw betrokken bij het uitvoeringsakkoord voor het versnellen van de uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet (2024-2034). Op basis van de Nationale Uitvoeringsagenda Regionale Energie-Infrastructuur (NUA) is afgesproken dat netbeheerders, bouwers en installateurs daarin nauw gaan samenwerken om de netcongestie op te lossen.

Peter, de netcongestiekaart in Nederland kleurt akelig rood. Hoe erg is het?

“Op ruim de helft van de bedrijventerreinen in Nederland is geen capaciteit beschikbaar voor de extra afname van elektriciteit. Sterker nog, slechts 5 procent van de bedrijventerreinen beschikt nog over voldoende elektriciteit. Volgens Netbeheer Nederland staan er 9.400 bedrijven op de wachtlijst voor een aansluiting of een uitbreiding van die aansluiting. Soms vraag ik mij wel eens af of het goed komt.”

Waar vrees je voor?

“Een tijdje terug was ik Zuid-Afrika. Daar gaat van wijk tot wijk de stroom een aantal uren uit, soms meerdere keren per dag. Dat kan ook een scenario voor Nederland zijn. Dat we de beperkt beschikbare stroom met elkaar om beurten moeten delen. Zelfs complete blackouts sluit ik niet uit.”

Netcongestie in cijfers

Dat het Nederlandse elektriciteitsnet overvol is, bewijzen de volgende cijfers:

  • In 2023 werden 170.000 warmtepompen geïnstalleerd in ons land, een toename van 60% ten opzichte 2022.
  • Nederland telt bijna 500.000 elektrische auto’s. In 2030 zijn dat er al 2 miljoen
  • Ons land is wereldwijd een van de koplopers in zonnepanelen. Ze liggen al op daken van 2 miljoen huishoudens.
  • 400 bedrijven staan op de wachtlijst voor een elektriciteitsaansluiting of een uitbreiding van die aansluiting.
  • Slechts 5 procent van de bedrijventerreinen beschikt nog over voldoende elektriciteit. Op ruim de helft van de bedrijventerreinen in Nederland is geen capaciteit beschikbaar voor de extra afname van elektriciteit.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

“In Nederland mochten netwerkbeheerders van de toezichthouder, de ACM, lang alleen investeren in netwerken die zeker gebruikt zouden gaan worden. De netwerkbeheerder mag immers tarieven rekenen voor gemaakte kosten en de ACM wilde zo voorkomen dat de consument zou gaan betalen voor verzwaringen aan het netwerk die op dat moment niet nodig waren. Een toekomstvisie werd op die manier ontmoedigd. Er ontbrak bovendien een nationale regie. Zo kon het elektriciteitsnetwerk steeds voller raken. Met de huidige overbelasting tot gevolg.”

En nu?

“We moeten het elektriciteitsnet versneld uitbreiden en verzwaren. Dat kan alleen wanneer we als BV Nederland de uitdaging uitgaan. Die stappen zetten we nu. Op 11 juni hebben Netbeheer Nederland, Bouwend Nederland en Techniek Nederland het NUA getekend: het Nationaal Uitvoerings Akkoord. Daarin staat dat de netbeheerders, aannemers en installateurs gaan samenwerken.”

‘Akkoord’ klinkt concreet. Jullie kunnen aan de slag?

“Bijna. Met de NUA hebben we de afspraken helder op papier. Duidelijk is dat we gaan  ‘bouwen, bouwen, bouwen’. Daarvoor gaat één op de drie straten in Nederland de komende jaren open. De kabels worden dikker, de aansluitingen zwaarder. Ook gaan we processen verkorten en versimpelen. In de praktijk worden nu nog vaak ingewikkelde computerprogramma’s gebruikt voor het elektrisch netontwerp. Dat kan simpeler en sneller. Verder is er veel ruis in de communicatie tussen bouwpartners. Door standaardisatie van processen willen we die wegnemen. Tot slot werken we aan  flexibilisering van het stroomnet. Slimme laadpalen, huishoudapparatuur en andere verbruikers houden rekening met de schommelingen op het net. Verder zijn energiehubs op industrieterreinen, balanswijken en opslag in bijvoorbeeld thuisbatterijen ook prima oplossingen om tijdelijke overschotten op te slaan voor later gebruik.”

Jij gaat over ‘bouwen, bouwen, bouwen’. Welke technologische ontwikkelingen gaan daarbij helpen?

“Voor het ontwerp van de feitelijke aanleg van glasvezelnetwerken gebruiken we al computermodellen die in een paar dagen tijd volautomatisch het netwerk in een stad ontwerpen, tot 95 procent nauwkeurig. Die techniek kunnen we ook toepassen voor het tracéontwerp van laag- en middenspanningsnetten. Daarbij bepaalt de computer of een kabel links of rechts van de weg komt te liggen, waar een gestuurde HDD-boring wordt gemaakt, uit welke traforuimte kabels komen en waar die heen lopen: die bepaalt het tracé. Het intekenen van de nieuwe installaties kan met 3D scanners. Eveneens veelbelovend zijn stekerbare netwerken en voorgemonteerde kabels – plug and play. Nu is dat nog een concept. Maar als we dat geschikt kunnen maken voor de praktijk, gaan we ook daar enorm veel tijd mee winnen.”

Over Peter Telgenkamp / Siers Groep

Peter Telgenkamp is sinds 2009 Commercieel Directeur bij de Siers Groep, nadat hij al eerder in andere rollen actief was in de branche. De Siers Groep uit Oldenzaal ontwerpt, ontwikkelt en installeert ondergrondse netwerken voor gas, water, elektra, warmte en telecom. Er werken 700 medewerkers in vaste dienst, waarbij het een flexibele schil heeft van nog eens 1.400 specialisten. Het familiebedrijf bestaat sinds 1964 en richt zich op de Nederlandse en Duitse markt.

Hoe snel kan de aanpak van netcongestie gaan?

“In de wijk Park Stokhorst in Enschede hanteren we nu een buurtaanpak waarbij we de laagspanningsnetten in de wijk in één keer verzwaren. Dat is een enorme klus, want je hebt het over 27 kilometer kabel. Normaal leg je met een team van vijf man 30 meter per dag, dan zouden we een paar jaar bezig zijn met alleen die ene wijk. We hebben nu het plan om met een team van 90 man het werk te doen. We schatten in dat we met die aanpak misschien wel drie kilometer per week kunnen aanleggen. Dan zijn we in zeven weken klaar.”

Van een paar jaar naar zeven weken – hóe dan?

“Met de ‘tandartsmethode’: waar de tandartsenpraktijk voorheen bestond uit één tandarts die bijna alles zelf deed, heb je nu veel meer specialisten die deeltaken voor hem uitvoeren. De tandarts doet alleen nog de supervisie en de handelingen die hij of zij zelf mag verrichten.”

Hoe pas je dat toe bij de aanleg van elektranetten?

“In de traditionele vijfmansploeg is de monteur nu vaak nog die tandarts van vroeger: die is voor hooguit een kwart van de tijd bezig met zaken waarvoor hij of zij is opgeleid, de rest van de tijd is hij kwijt aan het uitvoeren van andere werkzaamheden. Als de monteur die overige taken kan overlaten aan mensen waar minder tekort aan is – zoals grondwerkers, stratenmakers en administratieve medewerkers – kun je met grote teams van pakweg 90 mensen elke specialist in zijn/haar kracht zetten en hoeven de monteurs alleen het montagewerk te doen en kun je met één monteur naar schatting vier tot vijf keer meer werk verzetten. Als we die methode perfectioneren, is dat de blauwdruk voor een landelijke aanpak. Zeker nu er handjes vanuit de glasvezelaanleg vrijkomen.”

Dan heb je naast monteurs veel andere mensen nodig.

“Inderdaad. Hoeveel precies, kunnen we nog niet echt inschatten. Dat ligt er ook aan hoeveel werk wij aan kunnen nemen en wat wij kunnen innoveren op het gebied van technologie zoals hierboven benoemd. Als de aanleg meer stekerbaar te maken is, zou bij wijze van spreken ook een zij-instromende ex-winkelbediende of -zorgmedewerker de nieuwe aanleg kunnen doen. De gespecialiseerde monteur kan zich dan buigen over het oude, te verwijderen net.”

Dat klinkt hoopgevend!

“Hoewel netcongestie echt een grote uitdaging is, waar we de gevolgen nog van zullen merken, ben ik voor de langere termijn optimistisch. Het Nationaal Uitvoerings Akkoord bewijst dat we samenwerking zoeken en de neuzen dezelfde kant op staan. En in pilotprojecten zoals Park Stokhorst in Enschede ontwikkelen we de nieuwe blauwdruk voor een landelijke aanpak. We zijn het slimmer aan het organiseren. We zijn nu echt begonnen.”

Over de Werkgroep Ondergrondse Infratechniek (OI)

Met het op 11 juni gepresenteerde Uitvoeringsakkoord zet Techniek Nederland (samen met Netbeheer Nederland en Bouwend Nederland) een handtekening onder het plan om het elektriciteitsnet fors uit te breiden. Dat is essentieel, want alleen dan kunnen alle woningen, bedrijven en bouwlocaties ook in de toekomst aangesloten worden op het stroomnet. Techniek Nederland neemt ook actief deel aan tal van overleggen als het om netcongestie gaat. Leden van deze overleggen zijn verenigd in de Werkgroep Ondergrondse Infratechniek (OI), waar Peter Telgenkamp voorzitter van is.

 

Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!