“Circulair is straks core business”

Er komt – richting een circulair Europa in 2050 – veel duurzaamheidswetgeving af op techniekbedrijven. Jeroen Bart (33), Vakspecialist Circulariteit bij Techniek Nederland, vertaalt al die wetten naar concrete tools en hulpmiddelen voor ondernemers. “We gaan onze leden keihard helpen om circulair te werken.”

2025 is een symbolisch jaar. Nog precies een kwart eeuw scheidt ons van een volledig circulaire economie in 2050. In zo’n circulaire economie gaan we slim om met grondstoffen en producten, zodat we er minder van nodig hebben en alle afval hergebruiken. De technieksector staat te trappelen haar bijdrage te leveren aan het behalen van die circulaire doelen.

Techniek Nederland is vastbesloten om die randvoorwaarden te creëren voor haar leden en zet vol in op circulariteit. Jeroen Bart, sinds vorig jaar Vakspecialist Circulariteit bij Techniek Nederland, trekt die kar: “Een belangrijke voorwaarde om circulair te gaan werken is inzicht krijgen in de milieudruk en milieuprestaties van de materialen die je als installateur gebruikt. Die gaan wij geven.”

Goed werkende cv-ketels worden nu bij renovaties soms nog gewoon weggegooid!

En dat niet alleen: Techniek Nederland gaat de leden ook helpen met concrete stappenplannen en checklists. Zo werd eind januari een circulair Programma van Eisen voor woningcorporaties gepresenteerd, waaraan Techniek Nederland meeschreef. “Die PvE is een concrete tool waarmee woningcorporaties kunnen zien hoe circulair hun klimaatinstallaties zijn”, aldus Bart.

Klinkt goed. Hoe circulair is de technieksector inmiddels?

“De wil is er, maar de praktijk is er nog onvoldoende op ingericht. Neem de cv-ketel. Een monteur kan zo’n ketel maar op één manier van de muur halen: in delen. Al die losse onderdelen worden nu echter als afval gezien. Alleen een gecertificeerde instelling mag dat afvoeren. Een monteur kan dus niets met printplaten of pompjes die nog prima te gebruiken zijn; die belanden zo onnodig op de afvalberg. Bij grote renovaties bij woningcorporaties is het nog schrijnender. Je ziet dat daar zelfs complete, goed werkende cv-ketels gewoon worden weggegooid.”

Zonde! Wat is er nodig om dat te veranderen?

“Door enerzijds de wetgeving aan te laten sluiten aan de praktijk en anderzijds het ecosysteem te veranderen moet hergebruik of refurbishing wél mogelijk worden. In nieuwe Europese Ecodesign-wetgeving is een right to repair opgenomen voor producten en installaties. Ook de Motie Stoffer van SGP-kamerlid Stoffer, die reparatie en hergebruik van apparaten in Nederland moet stimuleren, is een goede stap in de richting. Gelukkig zie je dat refurbishing langzaam een bedrijfsmodel wordt. Een van onze leden, Inexeon in Wijchen, is bijvoorbeeld al gespecialiseerd in het refurbishing van printplaten van klimaatinstallaties. Zij combineren kwalitatief hoogstaande gebruikte onderdelen tot nieuwe installaties.”

Waarom mogen zijn wél refurbishen en andere installatiebedrijven niet?

“Zij hergebruiken onderdelen afkomstig uit huurtoestellen, zoals uit cv-ketels van de grote installateur Feenstra. Feenstra is eigenaar van zowel de huurtoestellen als de onderdelen die uit deze cv-ketels komen. Hierdoor krijgen deze cv-ketels niet het juridische label afval. Dat stelt Inexeon in staat om, in opdracht van bijvoorbeeld Feenstra, de printplaten te refurbishen volgens een proces dat is gecertificeerd onder het Keurmerk Refurbished. Dat keurmerk betekent dat de hergebruikte installaties voldoen aan strenge kwaliteitseisen en wordt jaarlijks grondig gekeurd door het onafhankelijke TÜV Nord. Het Keurmerk Refurbished is een initiatief van Techniek Nederland: daarmee willen we reparatie en hergebruik van producten en onderdelen stimuleren.”

Dat klinkt al lekker concreet. Hoe helpen jullie de technieksector nog meer?

“Na het recent geïntroduceerde circulair Programma van Eisen voor woningcorporaties, is een vergelijkbare PVE voor utiliteitsgebouwen is in de maak. En voor de elektrotechnische detailhandel presenteren we binnenkort een stappenplan hoe je tot een circulair businessmodel komt. Het gaat in op hoe je als bedrijf duurzamer kunt omgaan met materiaalgebruik, maar ook met installaties.”

Je ziet dat refurbishing langzaam uitgroeit tot een bedrijfsmodel.

Europa wil in 2050 CO2-neutraal zijn. Welke wet- en regelgeving krijgen ondernemers in de techniek voor hun kiezen?

“Naast de genoemde Ecodesign-richtlijn zijn onder meer de EPBD IV, CSRD en CPR van kracht of in de maak. Europese CSRD-wetgeving verplicht veel van de grotere techniekbedrijven om hun CO2-uitstoot te rapporteren, terwijl CPR onder meer de milieu-impact van álle bouwproducten inzichtelijk moet maken. EPBD IV-wetgeving heeft als doel de energieprestatie van gebouwen verbeteren. Stuk voor stuk moet die nieuwe regelgeving CO2-uitstoot of de milieudruk verminderen die gepaard gaat met te bouwen en bebouwde omgeving. Inclusief technische installaties en gebruikte materialen. Die wetgeving gaat impact hebben op alle bedrijven. Direct of indirect als onderaannemer.”

Wat doet Techniek Nederland om die nieuwe regels te vertalen naar de praktijk?

“De verplichte CSRD-rapportage is veelomvattend. Als Techniek Nederland hebben wij een ‘dubbele materialiteitsanalyse’ – kortweg DMA – opgesteld voor de hele sector. Die tool hakt dat brede palet aan eisen in behapbare stukken. Bedrijven zien meteen hoe ze scoren op elk onderdeel: van de uitstoot van hun werkbusjes tot de CO2-uitstoot van het type producten dat ze gebruiken.”

Bedrijven zien hun CO2-scores per onderdeel: van hun werkbusjes tot de producten die ze gebruiken.

Circulariteit is best een ongrijpbare term. Hoe maak je het meetbaar?

“Daarin speelt de steeds strengere Europese wetgeving een belangrijke rol: die is namelijk gekoppeld aan concrete, meetbare doelen. Zo bestaan er al rekenmethodes om de energieprestatie of milieukosten van gebouwen en installaties helder in kaart te brengen.”

Waardevolle data! 

“Klopt. Nu is het zaak om die gegenereerde data van allerlei afzonderlijke gebouwen en installaties binnen de sector te delen. Zodat techniekbedrijven op basis van die milieuscores en CO2-uitstoot per product betere keuzes maken. Ze weten steeds beter met welke producten of materialen ze moeten gaan installeren als ze voor duurzaamheid of circulariteit willen gaan. Wij proberen producenten te overtuigen om de data die ze hebben van hun producten actief digitaal te delen met onze leden via hun ERP-systemen.”

Voor de elektrotechnische detailhandel ligt er binnenkort een stappenplan hoe je tot een circulair businessmodel komt.

Zijn er sectoren die al verder zijn met circulariteit? Kan de installatiesector daarvan leren?

“Bij de bouw zijn ze op het gebied van staal en beton al een stuk verder in het stimuleren van hergebruik. Er is een betonakkoord en een bouwakkoord staal. Wij zijn nu samen met het ministerie bezig met een bouwmateriaalakkoord waar ook installaties onder vallen. Er zijn wel verschillen. Het beton- en staalakkoord zet in op hergebruik van één grondstof, terwijl je bij installaties te maken hebt met samengestelde producten. Dat is ingewikkelder. Zo zitten er bijvoorbeeld een hele hoop kritische, ruwe materialen in die soms een hele grote milieudruk hebben. Bij installaties is het belangrijk om niet alleen te kijken naar de milieudruk van de productie, maar ook als de installatie jaren in gebruik is.”

Wat wil jij binnen 5 jaar hebben bereikt? 

“Circulariteit staat nu nog in de kinderschoenen in de technieksector. Over een paar jaar denk ik dat niet alleen de koplopers, maar ook het peloton goed inzicht heeft hoe ze scoren op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. De data die nu nog mondjesmaat wordt gedeeld door producenten is dan voor alle leden inzichtelijk én wordt meegenomen in de voorstellen die ze doen naar klanten toe. Let op mijn woorden: ‘circulair’ wordt steeds vaker core business in de installatietechniek.”

Over Jeroen Bart

Jeroen Bart (33) – hij is er aan gewend dat voor- en achternaam wel eens worden verwisseld – kan er als kleine jongen al niet bij dat menselijk handelen tot smeltende poolkappen leidt. Gek vindt hij het dat we niet een stuk zuiniger met de aarde omgaan. Het is dan ook een kwestie van tijd voordat hij als specialist in de duurzaam gebouwde omgeving gaat werken bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. In die functie schuift hij aan bij het Bouwberaad, waar hij in contact komt met de technieksector.

Als het nieuwe kabinet een koers vaart die Bart niet zit zitten, verkast hij – idealist als hij is – van de Rijksoverheid naar Techniek Nederland. Als Vakspecialist Circulariteit kan hij eindelijk “werken aan betere wereld voor mijn kinderen en kleinkinderen.”

Bart is al jaren commissielid voor GroenLinks in Utrecht en is daarnaast fervent Floorball-speler, een soort ijshockey in de zaal. Daarvoor verhuisde hij een aantal jaren geleden zelfs voor enige tijd naar Zweden, waar hij ook zijn opleiding European Studies volgde.

Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!