Durf jij met ‘hoogwerker’ Cody deze zendmast in?

Tot anderhalf jaar geleden kon Cody Brown (23) amper een schroevendraaier vasthouden. Nu klimt hij voor Rig4All zonder blikken of blozen in de allerhoogste masten en installeert hij antennes voor telecomnetwerken. Zijn droom: een carrière op 370 meter. “Ik wil de beste worden!”

Hoe ben je bij Rig4All terecht gekomen?

“Toen Eddy Zijfers ongeveer vier jaar geleden zijn bedrijf Rig4All startte, zocht hij in eerste instantie naar mensen in zijn directe omgeving die voor hem wilden werken. Een gemeenschappelijke vriend was één van de eersten die bij hem aan de slag ging. Met zijn verhalen heeft hij mij en drie andere jongens uit onze vriendengroep zo enthousiast gekregen om ook voor Rig4All te werken. Inmiddels is het echt een vrienden bedrijf geworden met een hechte groep die echt voor elkaar door het vuur gaat.”

Was je altijd al handig met techniek?

“Voordat ik begon kon ik amper een schroevendraaier vasthouden. Maar ik dacht, als mijn vrienden het kunnen, kan ik het ook. En zo bracht Eddy het ons ook. ‘Wat ik kan, kunnen jullie ook – en beter!’ Dat ben ik daadwerkelijk gaan proberen. Ik ben echt het diepe ingesprongen, heb al mijn kennis on the job geleerd en de benodigde certificaten behaald zoals Werken op Hoogte, Redden op Hoogte en een cursus Werken met Antennes. Eddy mag deze trainingen zelf geven en we hebben daarvoor een prachtige trainingshal met zelfs een modelmast!”

Wat voor projecten doe je?

“Ik werk voornamelijk in de telecom. Ongeveer de helft van de tijd zit ik op hoogte, de andere helft zit ik beneden met de laptop en werk ik met de software die de apparatuur boven aanstuurt. Zo heb ik bijvoorbeeld onderhoud gedaan voor een communicatienetwerk door heel Nederland. Nu zit ik op een project voor Vodafone voor de aanleg van draadloos internet. Daarvoor leggen wij een zogeheten straalverbinding aan tussen twee masten, als grondkabels om wat voor reden dan ook niet mogelijk zijn.”

Wat was je mooiste klus tot nu toe?

“Dat was in mijn eerste maand toen een mast in Hilversum werd afgebroken en eentje werd opgebouwd in Amsterdam. Ik kwam van een zittend baantje af, dus ik was het klimmen en het werken met de handen niet gewend. De mastdelen werden met een kraan werden op elkaar gezet. Ik moest de bouten met gigantische steeksleutels aandraaien, terwijl ik 50 centimeter onder de bovenkant van de mast hing. Op het hoogste punt zat ik 62 meter boven de grond – heel gaaf!”

Je bungelt dan 62 meter boven de grond; is dat niet eng?

“De eerste paar keer dat ik zo hoog was, had ik echt kriebels in mijn buik. Ik was ontzettend bang dat ik iets liet vallen of uit zou glijden en zelf naar beneden zou vallen. Al kan er natuurlijk niks gebeuren, want je zit vast aan een valbeveiligingssysteem. Maar het went snel. Gewoon je verstand op nul en gaan. Niet zeuren als je moe wordt. De kriebels in je buik blijven wel, maar dat is gezonde spanning. En belangrijk, anders word je nonchalant en ga je fouten maken.”

Het meeste gereedschap is gezekerd. Laat je toch iets vallen: vooral níet naar beneden roepen!

Hoe zorg je dat jij en je collega’s veilig blijven?

“Wij zijn natuurlijk altijd goed gezekerd volgens de gebruikelijke richtlijnen. Zo zijn er voor het klimmen binnenin de mast verschillende valbeveiligingssystemen en voor het klimmen buiten de mast gebruiken we y-haken met absorbica die je val breken. Daarnaast werken we altijd minimaal met z’n tweeën. Mocht iemand boven onwel worden, kan een collega de reddingsset naar boven brengen en hem naar beneden halen. Tegen de tijd dat je allebei weer beneden bent, zijn de hulpdiensten al onderweg die het over kunnen nemen. Het is de uiterste noodzaak dat je de gewonde collega zo snel mogelijk op de grond neerzet. Wij hebben geen tijd om te wachten op de brandweer.”

En als jij op 60 meter hoog een zware tang laat glippen?

“Als ik met gereedschap bezig ben, zorg ik dat het gezekerd is met een touw. Zodat het niet naar beneden gaat als het uit je handen glipt. Mocht er onverhoopt toch iets vallen, dan moet je vooral niet roepen. Want als een collega die lager werkt dan opkijkt, kan het in zijn gezicht vallen en dat is natuurlijk levensgevaarlijk.”

Komt het wel eens voor dat je je dag niet hebt, maar toch naar boven moet?

“Je moet bij dit werk echt je hoofd erbij houden. Speelt er iets waardoor je niet scherp bent, dan moet je dat ‘s ochtends direct melden zodat een collega het werk kan overnemen. Je moet wel fit genoeg zijn om naar boven te kunnen, want je moet wel je collega kunnen redden in geval van nood. Anders moet je jezelf natuurlijk gewoon ziek melden. Als er een dag geen werk is, willen we ook nog wel eens een trainingsdag doen op de zaak en alle reddingsacties oefenen. Zo spijkeren we elkaar bij en houden we elkaar scherp.”

Waar ik het meest trots op ben? Dat ik mijn angsten heb overwonnen.

Waar ben je het meest trots op?

“Dat ik mijn angsten heb overwonnen. In het begin vond ik het ontzettend eng en had ik weinig zelfvertrouwen. Maar daar kwam ik heel snel vanaf. Als ik mensen vertel over mijn werk, vallen alle monden open. Het is fijn om te zien dat mensen waardering hebben voor je vak, wat ook nog eens ontzettend mooi en nuttig is. Want iemand moet het werk doen. Die masten staan overal, en dan moet er wel eens iemand omhoog.”

Wat voor klus zou je graag ooit nog eens doen?

“Ik zou graag nog wel een keer in een hoge mast in het buitenland willen klimmen. In Oostenrijk in de bergen of ergens anders in Europa. Dat lijkt me heel gaaf om te doen. Of in een hoge toren in Nederland, zoals de Gerbrandytoren in IJsselstein waar jaarlijks de grootste kerstboom van Nederland wordt opgezet. Die is 370 meter hoog!”

Hoe hoog gaat jouw carrière de komende jaren?

“Eddy zei van het begin af aan al dat het de bedoeling was dat ik beter word dan hij in de telecom. Volgens mij heb ik dat in anderhalf jaar al bereikt. Uiteindelijk hoop ik dat ik mijn eigen telecomafdeling kan beginnen binnen Rig4All, met wat mensen onder mij waar ik mijn kennis aan kan overdragen. Die dezelfde drive hebben als ik net als ik ook de beste willen zijn in hun vak. Dat is voor mij de drive, om de beste te worden.”