“Het is tijd voor een ‘right to repair’, ook in de installatiesector”

De Makers van Morgen/Spraakmakers/“Het is tijd voor een ‘right to repair’, ook in de installatiesector”

Repareren! Dat is volgens TU Delft hoofddocent Bas Flipsen de sleutel naar minder afval en circulariteit. Hij pleit voor disassembly maps, meer leasing en ‘recht op reparatie’. Ja, ook in de installatiesector. “De verplichte warmtepomp vanaf 2026 zal veel reparatie van cv-ketels in de hand werken.”

Tot de jaren zeventig was het repareren van apparaten de norm. Ging er iets stuk, dan nam je zelf de schroevendraaier ter hand. Van fiets tot stofzuiger: pas als herstel echt niet meer mogelijk was, kwam er een nieuwe. Vrijwel ongemerkt hebben we de kunst (en de lol) van het repareren de afgelopen decennia collectief verleerd. Is iets defect, dan gooien we het weg en bestellen we online een nieuwe.

Bas Flipsen (1971), hoofddocent Circulaire Productontwerpen aan de TU Delft, probeert dat tij te keren. Met een aanstekelijke gedrevenheid leert hij zijn studenten om nieuwe producten repairable te ontwerpen. Om afval en verspilling te vermijden en grondstoffen te sparen.

Waarom zijn we als samenleving gestopt met repareren?

“Omdat producten op een gegeven moment zó goedkoop werden dat repareren – mede door sterk gestegen arbeidskosten – duurder werd dan weggooien. Een andere oorzaak is digitalisering: daar kun je als gewone consument zelf niet veel aan repareren. En productontwerpers kregen een hekel aan zichtbare schroeven; ze gingen massaal klem- en lijmverbindingen gebruiken. Probeer zo’n moderne stofzuiger maar eens te demonteren. Het is al heel lastig om de kap eraf te krijgen.”

Bas Flipsen: “We moeten toe naar de situatie dat bij elk product een disassembly map zit.”

Waarom is reparatie belangrijk?

“Per aardbewoner gooien we gemiddeld 7 kilo elektronisch afval weg per jaar, en in het Westen zelfs gemiddeld 20 kilo. Het merendeel daarvan wordt verbrand, een klein deel gerecycled. Daarbij gaan veel kostbare grondstoffen verloren. We raken simpelweg door onze zeldzame metalen heen.”

Hoe staat het met dit besef in Nederland?

“We lopen niet voorop. Hoewel de Rijksoverheid de missie heeft ons land in 2050 volledig circulair te krijgen, mis ik een heldere visie op reparatie. (Aanvulling: sinds 20 april is er ook het NationaalReparateursregister.nl, red.) Er zijn wel harde doelstellingen voor de retourinname van kapotte elektrische apparaten ter recycling. Maar recycling is pas de laatste stap; de stap daarvoor is het het verlengen van de levensduur door te repareren. Reparatie vertraagt de groei van de afvalberg. Wat reparatie nu nog in de weg staat, zijn de kosten ervan. De overheid zou bijvoorbeeld het btw-tarief op het repareren van cv-ketels en wasmachines kunnen verlagen van 21 naar 9%, zoals dat ook al geldt voor het repareren van fietsen.”

Moet het vooral van regelgeving komen?

“Nee. Productontwerpers kunnen meer rekening gaan houden met toekomstig onderhoud en reparatie. Bijvoorbeeld door schroeven te gebruiken in plaats van lijm- klemverbindingen. En door onderdelen die het snelst kapot gaan zo te plaatsen dat je er makkelijk bij kunt. Daarnaast zal er ook iets in onze mentaliteit moeten veranderen. Waarom leren we onze jeugd niet dat je een kapot apparaat kunt repareren? We moeten onze skills terugkrijgen en zorgen dat we weer weten hoe producten werken en in elkaar zitten. Leer kinderen dat op school! Ook repair cafés zijn heel goed – waar je met een defect apparaat naar toe kunt om dat onder deskundige begeleiding te repareren.”

Flipsen met een Qooker in onderdeeltjes: “Ik mis in de overheidsplannen een visie op reparatie. Alle aandacht ging lang uit naar recycling. Reparatie zit nog een stap daarvóór.”

Hoe kan de installatiebranche meer op repairability sturen?

“Vanaf 2026 geldt de verplichting dat kapotte cv-ketels moeten worden vervangen door hybride warmtepompen, tenzij je de oude ketel repareert. Die regel zal reparatie zeker in de hand werken! Tegelijk bestaat een cv-ketel uit enorm veel onderdelen, wat het demonteren en vervangen van onderdelen weer bemoeilijkt. We moeten toe naar de situatie dat bij elk product een disassembly map zit, een schema waaruit je als monteur en installateur niet alleen kan aflezen uit welke onderdelen een apparaat bestaat, maar ook hoeveel stappen het kost om bij het desbetreffende onderdeel te komen. Met meer dan zes stappen is de repairability-score slecht, met één of twee stappen weet je dat de reparatietijd en -kosten laag zijn.”

Zijn installateurs daarin niet totaal afhankelijk van de fabrikanten?

“Deels. Ook producenten van cv-ketels hebben de neiging om materiaal te besparen en maken hun constructies zo compact mogelijk, bijvoorbeeld met klemverbindingen, waardoor reparatie tijdrovend en duur is. Brancheverenigingen moeten druk op fabrikanten zetten om ervoor te zorgen dat producten makkelijker te demonteren en dus te repareren zijn. Je kunt als installateur je klanten ook adviseren en motiveren om voor een eenvoudig te repareren ketel te kiezen.”

Reparatie en hergebruik in installatiebranche, enkele voorbeelden:

  • Installatiebedrijf Kemkens verving in een verduurzamingsproject in Arnhem in 200 woningen de cv-ketel door een zuiniger model. Tachtig van de 200 ketels waren nog maar 8 jaar oud. Die zijn door Kemkens zorgvuldig gedemonteerd en – in woningen waar de ketel aan vernieuwing toe was – binnen 48 uur weer geïnstalleerd.
  • Eigenaar/ondernemer Dick Gunst van Gunst Warmtetechniek uit Den Haag heeft zich gespecialiseerd in het renoveren van ketels voor particulieren. Hij werkt daarvoor samen met een groothandel die gebruikte onderdelen inneemt, reviseert en/of repareert en opnieuw inzet.
  • Schouten Techniekgroep gebruikt pompen die voor 97% bestaan uit onderdelen van afgedankte pompen.
  • Strukton Worksphere herplaatst tweedehands cv-ketels. Remanufactured of refurbished is goedkoper voor de klant en beter voor het milieu.
  • Remade in Holland brengt jaarlijks 4000 afgedankte of defecte printers en andere apparaten weer in nieuwstaat.

Meer inspirerende voorbeelden? Kijk hier de vlogserie ‘Circulair installeren: hype of toekomst?’.

Wat kun je als installateur zelf doen?

“Als je iets ontwerpt of aanlegt, hou dan al rekening met reparatie in de toekomst. Schroef iets vast in plaats van te lijmen; zorg dat je er ook later nog eens bij kunt. Leg een vloerverwarming niet in maar óp het beton. Hetzelfde voor elektra: maak het zo dat het in de toekomst demontabel is. Dat is nu wellicht nog iets meer maatwerk, en daardoor wat duurder. Maar als je laat zien dat het op termijn geld bespaart – doordat je makkelijk kunt repareren en niet de hele installatie hoeft te vervangen maar alleen componenten – is het voor de klant ook financieel aantrekkelijker.”

Kun je nog verder gaan?

“Je zou naar andere businessmodellen kunnen kijken. Stel, een wasmachine of vaatmachine gaat stuk. Je kunt als klant dan een reparateur laten komen, maar dan zit je met voorrijkosten terwijl je niet weet of het apparaat überhaupt te repareren is en hoeveel dit kost. Is de garantie verlopen, dan kiest de consument vrij snel voor vervanging. Dit vind ik echt jammer. Installateurs hebben veel productkennis. Ze weten welke storingen het vaakst voorkomen en zien snel of reparatie een optie is. Ik ken installateurs die via een videoverbinding met de klant meekijken en hersteladvies geven.”

Kunnen leasing en concepten als ‘warmte as a service’ daarbij helpen? 

“Gezinnen kunnen geen dag zonder warm water of bijvoorbeeld hun wasmachine. Gaat-ie stuk, dan bestel je een nieuwe die de volgende dag gebruiksklaar wordt geplaatst. Maar misschien was de oude voor € 100 te repareren geweest. Ik geloof in leasen, waarbij je je ketel of warmwatervoorziening of wasmachine niet meer koopt maar huurt van de installateur. Gaat-ie stuk, dan zorgt de installateur voor vervanging en repareert die de oude. Kies voor producten en merken waarvan je weet dat ze lang meegaan en snel te repareren. Dat maakt leaseconstructies interessanter.”

Moet er ook een right to repair komen, zoals in de Verenigde Staten?

“Als het goed is komt dat er in Europa. In maart 2020 nam de Europese Commissie het circular economy action plan aan, een van de belangrijkste onderdelen van de Green Deal van de Nederlandse eurocommissaris Frans Timmermans. Het voorkomen van afval is een van de doelstellingen en het plan stelt dat producten makkelijker te repareren moeten worden. Met een right to repair, dus het recht om een defect product te laten repareren door de producent, moet de industrie worden gestimuleerd meer in te zetten op reparatie. Helaas blijft het vooralsnog bij mooie woorden. Op www.repair.eu kun je volgen welke stappen er in Europa worden gezet.”

Zo ziet Flipsen het graag: stevige schroeven en moeren, zodat je een defect onderdeel eventueel makkelijk kunt vervangen.

 

Bas Flipsen persoonlijk

Werkt per week: “Fulltime. De rest van mijn tijd besteed ik aan mijn gezin, het repair café, hockey, boarden en prutsen.”
Repareert zelf: “Alles met een stekker. In het repair café is de stofzuiger mijn favoriet. Negen van de tien keer zit het defect in het snoer.”
Favoriete podcast: “Geen. Ik luister alleen muziek.”
Belangrijkste les voor het werkende leven: “Leave tracks, no traces.”
Inspirator: “Mijn vader en mijn twee ooms. Door hen ben ik me gaan interesseren in techniek. Ik heb hun gedrag gekopieerd door spullen open te maken en weer te repareren.”
Zou graag nog eens spreken met: “Han Remmerswaal, voor mij een belangrijke docent industrieel ontwerpen.”

Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!