De energieneutrale ambities zijn hoog in de Amsterdamse Houthaven. Sinds 2010 ontstaat daar een nieuw, zo duurzaam mogelijk woon- en werkgebied. Uiteraard met veel zonnepanelen en door warmtelevering via het stadswarmtenet. Maar ook warmte- en koudeopslag in de bodem vervult een belangrijke rol. Ook is er een bijzondere oplossing om een deel van de woningen en gebouwen te koelen: door gebruik te maken van koude uit oppervlaktewater, aangevuld met koude uit de bodem.
De gebiedsontwikkeling is al 9 jaar bezig en duurt – waarschijnlijk – nog 4 jaar tot het helemaal af is.
De lat ligt hoog als het gaat om duurzaamheid en energieneutraliteit. Voor woningen, de twee scholen in de wijk, een groot deel van de kantoorgebouwen en een hotel levert Afval Energiebedrijf Amsterdam (AEB Amsterdam) de (stads)warmte. Elektriciteit wekken de meer dan 1.500 woningen zelf op met zonnepanelen.
Ook de energie voor openbare voorzieningen, zoals verlichting, rioolwaterpompen en parkeermeters, wordt zoveel mogelijk via zonnepanelen opgewerkt. De straatverlichting werkt met ledlampen. En de steigers zijn gemaakt van duurzaam FSC-hout.
Unieke combi-techniek voor koeling
Voor de koudelevering is een unieke methode toegepast: thermische energie uit oppervlaktewater (TEO) gecombineerd met ondergrondse koudeopslag. In de winter wordt koude uit het oppervlaktewater van het IJ, via een warmtewisselaar, naar ondergrondse koudebronnen gepompt.
Zodra de eerste warme dagen aanbreken, is het water van het IJ nog koud genoeg om direct in het distributiesysteem voor koudelevering te pompen. Later, als het oppervlaktewater te warm wordt, wordt overgeschakeld op de ondergrondse koudebronnen. Een groot deel van de woningen en 2 scholen in de wijk ontvangen zo hun koeling.
Deze innovatieve koelmethode maakt de komende jaren ook zijn opmars in andere nieuwe wijken, zoals Buiksloterham en het Hamerkwartier.
Hyperdynamisch gebouw
Peter Ophoff, directeur van Bennink Klimaattechniek, is al jaren voor diverse kantoorgebouwen bezig in de nieuwe Houthaven. Zoals het Porcellis-gebouw, een blikvanger waarin het hoofdkantoor van modemerk Calvin Klein huist.
‘Voor dit gebouw hebben we een monobron aangelegd; één bron met een warmte- en koude-bel boven elkaar. Dit was de eerste keer dat wij een bodemenergiesysteem van dit type niet alleen beheren, maar óók aanlegden. Zo’n eerste klus is natuurlijk spannend. Gelukkig is het goed gegaan en draait het bodemenergiesysteem prima.’
‘Het voorwerk was intensief. Vooraf moesten we de functie en belasting van het gebouw heel goed bepalen, anders kan het systeem uit balans raken. En het blijft spannend, want het is een hyper-dynamisch gebouw waar de interne warmtebelasting enorm kan variëren. Tijdens het lanceren van de nieuwe kledinglijnen kan het zomaar zijn dat de bezetting en dus de warmtelast van het gebouw verdubbelt.’
Samen problemen oplossen
Ophoff spreekt lovend over het team van onder meer adviseur, Huisman & van Muijen, en opdrachtgever, Houthavens Beheer, waarin ze voor het gebouw samenwerkten.
‘De opdrachtgever vroeg om een bronsysteem, maar de feitelijke invulling hebben we helemaal samen bedacht. We hadden veel inspraak en we losten problemen samen op. Dat is echt bijzonder en volgens mij de juiste manier om tot goede duurzame oplossingen te komen.’
Als de nieuwe Houthaven af is, bestaat het uiteindelijk uit 7 eilanden met onder andere woonwijken, iconische kantoorgebouwen zoals het Porcellis-gebouw, scholen, horeca en een hotel.
Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!