Roy Stolwijk (28), engineer bij Heijmans, is een echte efficiencyjager. Met zijn slimme softwareoplossingen bespaart hij zichzelf en zijn collega’s veel repeterend werk. Dat scheelt tijd en geld én geeft extra ruimte voor kwaliteit. “Ik gebruik mijn talent om slimmer te bouwen.”
Fotografie: Linh Kruger.
Wat is er zo tof aan je werk?
“De grote uitdaging vind ik hoe je met techniek beton en steen ‘slim kunt maken’. Natuurlijk is bouwen op zichzelf ook mooi – dat je iets kunt neerzetten dat stevig en waterdicht is. Maar van een betonnen doos alléén wordt niemand gelukkig. Samen met mijn collega’s van Heijmans Utiliteit maken we gebouwen van binnen leefbaar en comfortabel. En liefst zo efficiënt mogelijk.”
Hoe ben je aan deze job gekomen?
“Het was nooit mijn ambitie om ingenieur te worden. Mijn vader was al sinds zijn zestiende timmerman, daarom ging ik Bouwkunde doen aan de TU Delft. Daar ontdekte ik dat ik het interessanter vind hoe iets werkt dan hoe het er uit ziet. Dus switchte ik na twee jaar naar HBO Werktuigbouwkunde aan de Hogeschool Rotterdam, met aanvullend een traineeship bij Heijmans. Daar ben ik blijven plakken als engineer bij het bedrijfsonderdeel Utiliteit. Om me verder te specialiseren in ventilatie en klimaatcontrole volg ik nog zestien uur per week de opleiding Hogere installatietechniek voor werktuigbouwkundige installaties (HIT-W) bij Avans+; die hoop ik over anderhalf jaar af te ronden.”
Waar werk je nu aan?
“Samen met een team van collega’s realiseren we Fase 2A van Science Campus van de Universiteit in Leiden. Dat zijn zowel bouwkundige als installatietechnische werkzaamheden. De Campus wordt een enorm complex van ruim 30.000 m2 met state of the art onderzoeks- en onderwijsfaculteiten. Er komen ook laboratoria waar gassen nodig zijn voor het uitvoeren van experimenten. Die wil je niet inademen, dus die moeten op een veilige manier worden aangevoerd en afgezogen. Ik zorg dat het plan van de adviseur wordt uitgevoerd binnen de krappe hoogte die in het ontwerp staat. En waar mogelijk zorg ik dat het slimmer en efficiënter gaat.”
Wat kan er efficiënter?
“Heel veel werk gaat zoals het al jaren gaat: met bestaande technieken. Zelfs de 3D-programma’s waarmee we nu allemaal werken, vereisen nog veel repeterend handmatig invoerwerk. Bij de Science Campus van Universiteit Leiden bijvoorbeeld: alle luchtroosters van het ventilatiesysteem moesten we per ruimte kiezen en intekenen, omdat overal net een ander plafond zit of het volume of gebruik van de ruimte anders is. Zeshonderd keer zo’n kantoortje uittekenen, da’s niet heel spannend. Daarom bedacht ik iets slimmers.”
Wat was je idee?
“Door te kijken naar de variabelen kun je een matrix opstellen en dingen modulair maken: Bij plafond type X hoort ventilatierooster Y. De computer kan dat dan automatisch doorvoeren. Ik ben namelijk liever lui dan moe en gebruik mijn hersens liever voor andere dingen. Zoals het schrijven van zulke programmaatjes.”
Hoe heb je dat aangepakt?
“Door het gewoon te doen. Ik ben ermee naar mijn leidinggevende gegaan en kon ermee aan de slag. Die ruimte voor eigen initiatief is er bij Heijmans volop. Ons team gebruikt steeds vaker ‘digital twins’: digitale kopieën van gebouwen waaraan we werken. In zo’n 3D-model kunnen we alles voorbereiden en plannen, steeds slimmer en duurzamer. Mijn werk is daar onderdeel van. Aan de voorkant kost dat wat extra tijd, maar die verdien je verderop ruimschoots terug. Die bespaarde tijd kunnen we dan weer investeren in kwaliteit.”
Wat betekent dit voor jullie bedrijf?
“Vroeger had je een Excelbestand hier, een pdf daar… allemaal losse informatie en vierkantjes en kleurtjes voor het klimaatprincipe of plafondtype. Nu gebruikt ons Team Science Campus nog maar één programma waar alles in zit. Klik je een onderdeel van een ruimte aan, dan zie je meteen alle informatie. Wijzig je de indeling, dan verandert de rest automatisch mee. Dat werkt gemakkelijker en sneller dan vierkantjes en kleurtjes aanpassen in een pdf. Voor een project zoals dit scheelt dat al snel tientallen uren. En met een kleine aanpassing in het framework kun je dat ook gebruiken voor volgende projecten.”
Logisch opgeteld scheelt zo’n idee dus al snel honderden uren per jaar.
“Eerlijk gezegd: ik heb geen idee, maar het zou maar zo kunnen. Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Het is al rond, je hoeft alleen te kijken hoe het beter rolt.”
Heb je meer van zulke goeie ideeën?
“Tijdens mijn studie heb ik meegedaan aan Jong Ondernemen en een manier bedacht om windmolens slimmer te maken. Eerst moest daar regelmatig iemand heen om te controleren of alle bouten nog goed vastzitten. Met sensoren kun je dat ook op afstand regelen. Dan hoeft er alleen iemand heen als het echt nodig is. Dit doen onze infracollega’s ook al bij bruggen en viaducten. Zo kun je onderhoud optimaliseren door te digitaliseren.”
Hoe helpt automatisering bij de energietransitie?
“Verwarming is een grote energiegebruiker. Warmte kun je opwekken met gas, maar je kunt ook restwarmte beter gebruiken. Daar zijn al heel veel initiatieven voor. Bijvoorbeeld bij kassen, die hebben in de winter veel warmte nodig. Als daarnaast een datacenter staat dat juist moet koelen, kun je die aan elkaar koppelen en zo energie besparen. Dat is beter voor de economie en voor het klimaat.”
Wat is jouw motto?
“Ik zeg altijd: ‘There is no substitute for hard work’. Je kan nog zoveel talent hebben, maar als je er niks mee doet, heb je daar niets aan. Ik ben dan wel liever lui dan moe, maar om lui te kunnen zijn moet je soms hard werken.”
Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!
