Om de huidige wachttijden te verkorten en de verwachte toename van vrachtschepen per jaar te ondervangen, laat Rijkswaterstaat een tweede sluiskolk bouwen bij Eefde, tussen de IJssel en het Twentekanaal. Het meest in het oog springend is de toepassing van een kwartronde segmentdeur, die bij opening naar de bodem wegdraait.
De bouw van de nieuwe sluis ten noorden van de bestaande sluis in Eefde maakt de doorgang geschikt voor klasse Va-schepen (110 meter lang en 11,40 meter breed), die straks voor het eerst met maximale belasting naar de Twentekanalen mogen doorvaren.
Ook wordt hierdoor de bestaande capaciteit vergroot, terwijl de kwetsbaarheid bij onderhoud en calamiteiten sterk wordt verminderd. Dat is belangrijk, want Eefde is de enige plek waar de scheepvaart toegang heeft tot het Twentekanaal. Door het toegenomen vrachtverkeer kon de wachttijd oplopen tot een paar uur en bij een botsing van een schip met een sluisdeur of een storing van de sluis kon de toegang dagen lang dicht zijn.
Eind 2020 is dat verleden tijd, daar zorgt Lock to Twente (L2T) voor, een samenwerking tussen TBI-ondernemingen Mobilis (civiele techniek), Croonwolter&dros (technische installaties) en TBI PPP (financiering). Het gaat hierbij om een DBFM-contract (Design Build Finance Maintain) waarin voor 27 jaar in onderhoud van de nieuwe sluis is voorzien.
Hightech naast een monument
Rijkswaterstaat koos ervoor het capaciteitsprobleem op te lossen met een tweede sluis. Omdat de bestaande sluis een monument is, kon hier niets aan worden veranderd. Ook mocht de nieuwe sluis het zicht op de bestaande sluis, een rijkmonument, niet verstoren.
Maar de belangrijkste eis was dat de nieuwe sluis in Eefde de veiligheid zou vergroten. Het grootste risico waarmee deze sluis te maken heeft, is namelijk het leeglopen van het Twentekanaal. Het hoogteverschil van maar liefst 6 meter wordt kunstmatig op peil gehouden.
Bij een aanvaring of lekkage zou het Twentekanaal binnen twee dagen helemaal leeg kunnen lopen in de IJssel. Dat vraagt om een zeer sterke deur die ook tegen de stroming in nog gesloten kan worden.
Ruststand is waterkerende stand
‘Dat is het mooie van een segmentdeur’, vertelt Paul Schaap, projectmanager bij L2T. ‘De stalen segmentdeur heeft 6 gescheiden luchtkamers en wil door zijn drijvend vermogen omhoog. Zijn ruststand is de waterkerende stand. Voor puntdeuren geldt natuurlijk ook dat het water ze dichtduwt, maar dan moeten ze wel weer recht op elkaar aansluiten en dat zal bij sterke stroming en zeker na een aanvaring niet meer het geval zijn.’
‘Vaar je tegen een segmentdeur, dan wordt de kracht doorgegeven aan de cilinder, waarbij de olie uit de cilinder van het hydraulisch systeem wordt geperst en in een opvangbak wordt opgevangen. De klap wordt dus gedempt.’
Hij vervolgt: ‘Verder zorgt de kwartronde vorm ervoor dat de krachten van de waterbelasting op het draaipunt van de deur liggen. Daar is de deur in balans. Dat betekent dat er maar weinig kracht nodig is om de deur te laten draaien.’
Onderhoud door de deur omhoog te draaien
Niet alleen de grotere veiligheid is een belangrijke reden om voor een segmentdeur te kiezen. Ook de contractvorm leidde tot de keuze voor deze sluisdeur die verder vooral als keersluis wordt toegepast.
Schaap: ‘Wij verdienen ons geld met beschikbaarheid van de sluis over 27 jaar. Als we nooit een stremming hebben dan is dit een lucratieve opdracht, zijn er veel storingen dan komen we niet uit. Het is dus in ons belang om met een oplossing te komen die werkt en blijft werken. Dan heeft de segmentdeur het voordeel van zijn paraplustand.’
‘De deur kan namelijk niet alleen naar de bodem draaien maar ook omhoog, waardoor hij boven water komt te staan. Bij puntdeuren moet je voor een renovatie de kolk droog zetten of duikers inzetten. Nu hoeft dat allemaal niet. Daar gaan we in 27 jaar een aantal malen veel gemak van hebben.’
Fotografie: Chantal van den Berg, Bouwfotografe.nl.
Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!