Circulair werken is niet iets van straks; dat kan nú al. Overal in Nederland verdienen creatieve bedrijven goed geld door spullen niet weg te gooien maar te hergebruiken. Zoals remanufacturing-specialist ‘Remade in Holland’: die brengt elk jaar zo’n 4.000 afgedankte of defecte printers en andere apparaten in nieuwstaat. Dat scheelt tonnen afval en CO2 – en is nog maar het begin!
Toen Eduard Lebbink in 2015 ACE Re-use Technology overnam, gaf hij het bedrijf de nieuwe naam ‘Remade in Holland’. Een naam met een heldere boodschap, want voor Lebbink is het zeker: remanufacturing heeft de toekomst. De cijfers bewijzen zijn gelijk: sinds halverwege de jaren tachtig – toen het bedrijf startte met de revisie van elektromotoren voor Canon Production Printing, is het flink gegroeid. Met inmiddels 14 mensen in vaste dienst repareert en ‘hernieuwt’ hij per jaar tegen de 4.000 apparaten en componenten, voornamelijk aandrijvingen en bijvoorbeeld compressors. Voor Canon, maar ook voor een groeiend aantal bedrijven in koeltechniek, zorg en vending machines.
Bij Canon werkt Lebbink nauw samen met Edgar Verscharen, die daar sinds drie jaar werkt als programmamanager Circular Economy Manufacturing (CEM). Voor de printerproducent is dat een groeiende businesscase, mede door de stijgende grondstoffenprijzen. En met resultaat: “De samenwerking met Remade in Holland zorgt ervoor dat wij gereviseerde onderdelen leveren die gelijk of beter zijn dan nieuw”, aldus Verscharen.
Wat is remanufacturing?
Lebbink: “Van de machines die in de industrie worden afgeschreven zijn vaak nog veel onderdelen goed. Bij Remade in Holland zijn we gespecialiseerd in het seriematig reviseren van (elektro)mechanische componenten: we maken oude onderdelen weer als nieuw, volgens de originele specificaties. En vaak zelfs beter.”
Verscharen: “Canon wil graag voorloper zijn op het gebied van duurzaamheid en circulariteit. We zijn samen met Remade in Holland al bijna 40 jaar bezig met het reviseren van elektromotoren voor onze industriële printers. En repareren is echt iets anders dan remanufacturing. Bij reparatie herstel je alleen wat er defect is. Bij remanufacturing of revisering zorg je dat het hele component weer werkt als nieuw. Voor Canon is het interessant om motoren met een flinke waarde en een hoog verbruik te laten reviseren. En door de toenemende grondstofprijzen geldt dat ook steeds vaker voor onderdelen in kleinere machines.”
Het is goed voor de wereld én levert keiharde euro’s op.
Hoe starten jullie zo’n remanufacturing-klus?
Verscharen: “Voordat wij vanuit Canon contact leggen met Remade in Holland doen wij eerst zelf onderzoek naar een specifiek onderdeel uit onze printers. We controleren de omloopsnelheid ervan, de kosten en de meest voorkomende redenen dat het onderdeel uitvalt. Vervolgens halen we een eerste batch gebruikte componenten terug die we bij Remade in Holland brengen voor onderzoek.”
Lebbink: “Op basis van zo’n batch identieke gebruikte motoren stellen wij een rapport op over wat er ruwweg met die onderdelen mis is. Vervolgens beschrijven we welke stappen er nodig zijn om ze te remanufacturen, met welke toeleveranciers we contact moeten leggen en welk gereedschap er nodig is. Zo komen we tot een controlplan met een prijsindicatie per stuk. Bij akkoord van de opdrachtgever draaien we een pilot. Als de resultaten goed zijn, is er een businesscase en kan het remanufacturen officieel in productie.”
Het lineaire economische model is niet langer houdbaar – we moeten om naar circulair.
Hoe zien jullie de toekomst van circulariteit en remanufacturing?
Verscharen: “Samen met onze research en development afdeling werken we continu aan meer circulariteit door onze keten. We zorgen dat onze nieuwe printers steeds beter te demonteren zijn en modulair worden opgebouwd. Dat maakt het gemakkelijker om onderdelen te vervangen. Ook leveren we inmiddels apparaten die voor meer dan 90 procent bestaan uit gereviseerde onderdelen, maar uiteraard gelijkwaardig zijn aan nieuw.”
Lebbink: “We hebben laatst een onderzoek laten doen naar het CO2-effect van ons werk. Daaruit blijkt dat je met hergebruik voor zo’n component 50% minder CO2-uitstoot hebt dan voor nieuw. Het lineaire economische model zoals we dat nu kennen is niet langer houdbaar. We zullen om moeten naar circulaire economie. Dat vraagt een andere manier van denken en van werken. Zo zou ik bijvoorbeeld toe willen naar een dienst waarin we het beheer en onderhoud van alle aandrijvingen van een klant overnemen. We zetten dan onze expertise in om de aandrijvingen optimaal te laten functioneren met minimaal energieverbruik – bijvoorbeeld via een abonnement.”
Grootste uitdaging is om circulariteit onderdeel te maken van je bedrijfsprocessen. Maar je kunt ervan uitgaan dat het iets zal opleveren.
Welk advies hebben jullie voor installateurs die ook circulair willen werken?
Lebbink: “Mijn ervaring is dat wanneer je binnen je eigen organisatie meet hoe groot het verloop van onderdelen is, je erachter komt hoeveel winst er te behalen valt. Ik heb bedrijven bezocht waar ik op het terrein containers vol met motoren zag staan. Dan weet je genoeg. De grootste uitdaging is om circulariteit echt onderdeel te maken van je bedrijfsprocessen, maar je kunt ervan uitgaan dat het iets zal opleveren.”
Verscharen: “Zonder noodzaak gebeurt er niets. Mijn advies is om te praten met bedrijven die al een stapje verder zijn. Het kost wat tijd en het vraagt energie, maar het is goed voor de wereld én het levert keiharde euro’s op.”
Als technisch installateur kun je een belangrijke rol spelen bij de transitie naar een circulaire economie. Maar wat is circulariteit precies? Hoe werkt dat in de praktijk? En welke kansen biedt het voor jouw bedrijf? In het rapport ‘Starten met circulariteit: technische dienstverleners in de industrie’ lees je meer over de theorie en de mogelijkheden specifiek in de industrie. Inspirerend – ook als je in andere sectoren werkt!
Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!