Techniekwerk maakt gelukkiger. Dat bewijst het verhaal van Lisette van der Mijl (40). Na jaren in banken, verzekeringen, makelaardij en ergotherapie zit zij eindelijk op haar plek. “Ik rij elke dag fluitend naar mijn werk.”
Hoe kom je als ergotherapeut in de techniek terecht?
“Na de HAVO wilde ik sportdocent worden. Stiekem dacht ik dat de MTS meer wat voor mij was. Maar ja, dan ben je het enige meisje tussen de jongens. Dat schrikte mij toen af.”
Wat werd het wel?
“Een MBO-opleiding in het bank- en verzekeringswezen, gevolgd door een baan bij een makelaar. Al snel dacht ik: Waar ben ik mee bezig? Dit past niet bij mij! Ik heb mijn baan opgezegd en ben weer gaan studeren.”
Techniek?
“Nee, HBO Ergotherapie met daarna een specialisatie tot handtherapeut. Inhoudelijk leuk werk, dat heb ik vijftien jaar gedaan. Maar klanten en verzekeraars werden steeds veeleisender. Toen was het werkplezier er wel vanaf.”
Tijd voor een switch dus; op welke leeftijd was dat?
“Tegen de 38. Ik dacht: als ik nog iets ander wil, moet ik het nú doen. Mijn interesse in techniek was er nog steeds, dus ik belde IW, een opleidingsbedrijf dat zij-instromers zonder technische achtergrond opleidt en koppelt aan techniekbedrijven.”
“Als ergotherapeut moest ik één keer per week mijn rug laten losmaken. Nu heb ik totaal geen klachten meer”
Dat hielp?
“Binnen 3 dagen zat ik aan tafel en niet veel later kon ik al bij Unica Building Projects beginnen in een leer-werktraject: 3 dagen werken, 1 dag naar school. Ik volgde een BBL-opleiding Monteur Werktuigkundige Installaties aan het Deltion College in Zwolle.”
Spannend, zo’n sprong in het diepe?
“Best wel. Want ik vond techniek altijd al mooi maar had er nog geen werkervaring in. Gelukkig kun je de eerste tijd meelopen met een ervaren collega. Het is veel kijken en nog meer vragen. Je start met hand- en spandiensten onder begeleiding. Maar voordat je het weet ben je zelf aan het zagen, meten, monteren en installeren.”
Je doet dit nu twee jaar. Hoe bevalt het?
“Goed! Binnen de utiliteitsbouw doe ik koeling, verwarming, water én afzuiginstallaties. Heerlijk divers. Dat is ook de reden dat ik voor een groot bedrijf heb gekozen.”
Zodat je intern kunt doorgroeien?
“Precies. De opleiding tot Installatiemonteur heb ik versneld afgerond: in 1,5 jaar. Ik kan inmiddels steeds meer zelf, maar steek ook nog veel op van ervaren collega’s. Daarnaast ben ik nu bezig met de vervolgopleiding tot Eerste Monteur.”
Ben je de enige vrouw in je team?
“Ja, ik werk met alleen maar mannen. In het begin was dat wennen, niet voor mij maar voor hen! Wees gewoon jezelf en laat zien dat je gemotiveerd bent en van aanpakken weet. In no-time was ik door die instelling onderdeel van het team.”
Is het fysiek goed te doen?
“Zeker. Arbo helpt: voor zwaarder sjouwwerk gebruiken we allerlei handige hulpmiddelen en liftjes. En je wordt er gaandeweg lichamelijk steeds sterker van. Als ergotherapeut moest ik één keer per week mijn rug laten losmaken. Nu heb ik totaal geen klachten meer.”
Je hebt een gezin. Is dit werk goed te combineren?
“Ik sta om kwart over vijf op, want het werk start vroeg. Voordeel is dat ik om half vijf ’s middags weer thuis ben. Dan ben ik er weer voor de kinderen. Bovendien heb ik nu veel meer vakantie dan voorheen, ruim 7 weken in totaal.”
Tot slot: nog een carrièreswitch in de planning?
“Haha, nee. Ik zie mij hier wel tot mijn pensioen werken. Ik zit echt op mijn plek in de techniek en rijd elke dag fluitend naar mijn werk.”
Meer weten?
Lisette van der Mijl is één van de helden op de campagnesite Jekuntzoveelmeerindetechniek.nl. Daar ontdek je ook meer over haar functie Monteur Werktuigkundige Installaties.
Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!