RijnlandRoute overzichtsfoto

RijnlandRoute: parelketting van innovaties

De RijnlandRoute is de naam voor de nieuwe wegverbinding tussen Katwijk, via de A44, en de A4 bij Leiden. Het eerste artikel over dit veelzijdige verkeersproject wijden we aan het bovengrondse werk. ‘Het doel is dat straks niet alleen de bereikbaarheid is verbeterd, maar ook de omgeving.’

‘Laatst ontdekte ik dat in het Rijkswegenplan van 1938 al een lijntje was getekend waar nu de RijnlandRoute wordt aangelegd’, vertelt programmamanager RijnlandRoute Adrie Franken. ‘Dat is toch bijzonder. Toen al zagen ze dat dit ooit wenselijk zou zijn, en nu bouwen we het.

‘De RijnlandRoute is een project van de provincie Zuid-Holland en bestaat uit 3 projectdelen. Voor de realisatie van het project werkt de provincie nauw samen met Rijkswaterstaat. Zo bestaat het projectteam van het tweede projectdeel uit medewerkers van beide overheden, die samenwerking is bijzonder en bevalt goed.’

Projectdeel 1 RijnlandRoute: Boskalis verbreedt de Tjalmaweg

De N206 ir. G. Tjalmaweg bij Valkenburg wordt door Boskalis verbreed naar 2×2 rijstroken waarbij naast de huidige Torenvlietbrug een tweede brug wordt gebouwd. Ook worden er twee ongelijkvloerse aansluitingen naar projectlocatie Valkenhorst (voormalig vliegkamp Valkenburg) gerealiseerd. De Tjalmaweg lag al verdiept, maar komt plaatselijk nóg dieper te liggen. Zo’n 2 meter onder het maaiveld en daarmee onder het grondwaterniveau.

Tjalmaweg_Proefopstelling-met-gewapende-grond-folie-en-de-damwand
Proefopstelling met gewapende grond en de damwand.

Om de weg droog te houden en te voorkomen dat de weg door het grondwater omhoog wordt geduwd, wordt bij de Tjalmaweg een folieconstructie aangebracht. Hiervoor worden bij de bouw eerst damwanden geslagen aan weerszijden van de te bouwen weg. Vervolgens wordt via duizenden slangetjes een gel in de bodem geïnjecteerd, die daardoor hard en waterdicht wordt. Hierna kan de verdieping worden uitgegraven. Langs de wand en over de bodem wordt hierna eerst een laag viltachtig materiaal gelegd, en vervolgens de folie.

 

Folie houdt grondwater tegen

Het vilt beschermt de folie tegen scherpe steentjes, de 2 millimeter dikke folie houdt het grondwater tegen. Om tegendruk te bieden aan het grondwater, wordt over het folie 2 tot 4 m ophoogmateriaal aangebracht, dat zorgt voor tegendruk voor het grondwater. Hierover wordt de weg aangelegd.

Bijzonder is verder dat de verdiepte ligging geen betonnen wanden krijgt, maar wanden van zand. Een speciale wapening in en om het zand zorgt voor stabiliteit.  Naast de bouw tekent Boskalis ook voor het 10-jarig onderhoud van de Tjalmaweg.

 

Projectdeel 2: Comol5 verbindt de A44 met de A4

Comol5 is een internationale aannemerscombinatie van de TBI-ondernemingen Mobilis en Croonwolter&dros, VINCI Construction Grands Projets S.A.S. en DEME Infra Marine Contractors. Deze combinatie bouwt de nieuwe N434, die de A44 en de A4 bij Leiden met elkaar verbindt.

Een voorbeeld van de tunnelboormachine in het bezoekerscentrum.

Ook wordt de A44 tussen Leiden-West en knooppunt Ommedijk verbreed naar 2×4 rijstroken waardoor een nieuwe, tweede brug naast de bestaande Oude Rijnbrug wordt gebouwd. Comol5 zal ook 15 jaar lang het beheer en onderhoud van de wegen en tunnels verzorgen.

 

Links rijden in Nederland

Tijdens de bouw moet het verkeer op de bestaande wegen zo min mogelijk worden gehinderd. Bij de aansluiting van de A44 op de N206 bij Leiden-West bleek dat een uitdaging. De elkaar kruisende verkeerstromen zouden daar maar liefst 10 conflictsituaties opleveren, ofwel situaties waarbij je het verkeer met stoplichten uit elkaar moet houden.

Dat betekent vertraging en files. Daarom werd de routing compleet herzien met de poëtisch genaamde ‘gevlochten diamantaansluiting’. Deze Diverging Diamond Interchange is een oplossing die in de VS gebruikelijk is, maar waarvoor in Nederland een uitzondering op de verkeerswet moest worden aangevraagd.

Het verkeer rijdt hier over een korte lengte van de weg aan de linkerkant van de weg. In simulaties is deze nieuwe situatie getest door automobilisten en verder verfijnd, zodat het knooppunt nu probleemloos werkt.

 

N434 gedeeltelijk in 5 m diepe bak

Om de effecten voor de omgeving en met name woonwijk Stevenshof te beperken, komt het deel van de N434 tussen de noordelijke tunnelmond en de aansluiting met de A44 bijna 5 m onder het maaiveld te liggen.

De maatregelen die werden genomen om te voorkomen dat de bak door het grondwater omhoog wordt geduwd zijn indrukwekkend. Maar liefst 6.000 verticale ankerstangen, 3 meter uit elkaar, met een lengte tot 65 meter trekken de bak omlaag. Elke stang krijgt onderaf weerstand van een flinke groutprop en bovenaan van een metalen schotel waaroverheen beton wordt gestort.

 

Projectdeel 3: N206 Europaweg

Tot slot is er het derde projectdeel, dat nog moet worden aanbesteed. De N206 Europaweg in Leiden vormt de belangrijkste ontsluitingsroute voor het zuidoostelijk deel van de Leidse regio. Daarom zal ook de deze weg tussen het Lammenschansplein en de A4 worden verbreed naar 2×2 rijstroken. De Lammebrug en de Trekvlietbrug worden vervangen. De Lammebrug blijft beweegbaar, wordt breder en 2,5 m hoger. Hierdoor hoeft deze brug in de toekomst minder vaak open voor de scheepvaart. De Trekvlietbrug wordt vervangen door een vaste en hogere brug.

Programmamanager Adrie Franken.

Een spectaculair onderdeel van de RijnlandRoute is de nieuwe Corbulotunnel. Lees daarover meer in het artikel
De Corbulotunnel: een spectaculair stukje infratechniek.

Wegenbouw draait om meer dan wegen

Programmamanager Franken: ‘Het doel is dat straks niet alleen de bereikbaarheid is verbeterd, maar ook de omgeving en de leefbaarheid. De RijnlandRoute wordt zo goed mogelijk landschappelijk ingepast in de omgeving. Ook wordt rekening gehouden met flora en fauna in het gebied. Als opdrachtgever hebben wij een landschapsvisie opgesteld en elke aannemer moest een ecologisch plan indienen dat hiermee in lijn is. Vanuit deze visie is per gemeente een compensatieplan opgesteld.’

‘Er zijn beschermde dieren, waaronder vissen, verplaatst. Er is aandacht voor vogels, bijen en vleermuizen. Overal waar groen moest wijken, is in samenspraak met gemeenten, belangengroepen en Staatsbosbeheer bepaald wat ervoor terug moest komen. De flora en fauna zal daarom straks mooier en gevarieerder zijn dan voorheen.’

 

Fotografie: Paolo Bouman.

Heb jij ‘n tip voor deze rubriek? Stuur je suggestie naar demakersvanmorgen@technieknederland.nl!